Kohaku

Sanke

Showa-sanshoku

Utsurimono

Thermen:
Shimi Zwarte vlekjes, b.v. in het rood van een Kohaku. Motoguro Zwarte aanzet op de borstvinnen (Utsuri/Showa). Ojime laatste deel van de staart, voor deze over gaat in de staartvin. Kiwa / Sashi De rand van een kleur. Overgang van de ene in de andere kleur. Met Kiwa wordt de voorzijde van de kleurovergang bedoeld. Aan de achterzijde van bijvoorbeeld rood weer naar wit gebruikt men de term Sashi Tate-koi. Nog niet uitontwikkelde, veelbelovende Koi. Deze kan zowel groot als klein zijn.

Bekko

Koromo

Goshiki

Hikari-mujimono

Schubben:
Ginrin Schubben met een zilverkleurige glinstering. Kinrin Schubben met een goudkleurige glinstering. Gin-Kin-rin Schubben met een zilver en goudkleurige glinstering. Ogon Metalic glans over de schubben. Matsuba Netpatroon, door donkere zwarte/blauwe rand op de (rug)schubben. Doitsu Kawagoi, Koi zonder schubben (lederkarper). Kagamigoi, Koi met spiegelschubben langs de rugvin.

Hikari-utsurimono

Hikari-moyomono

Tancho

Kinginrin

Patronen:
Kuchibeni Rode lippen. Tancho Rode vlek alleen op de kop. Nidan 2-vleks patroon. Sandan 3-vleks patroon. Yodan 4-vleks patroon. Gotenzakura Patroon als een tros druiven. Inazuma Bliksempatroon Omoyo = breed patroon Komoyo = smal patroon.

Doitsu

Asagi

Shusui

Kujaku

Kleuren:
Shiro --- Wit. Hi & Aka --- Rood. Ki --- Geel. Sumi & Utsuri --- Zwart. Orenji --- Oranje. Cha --- Bruin.

Kumonryu

Kawarigoi

Unique-koi

Kawarimono